Dichtbij op afstand met Jeanette
'Doordat ik regelmatig depressieve periodes heb, word ik al jaren begeleid door GGZ', vertelt Jeanette. Daarnaast krijg ik thuiszorg. Omdat ik diabeet ben, moet ik insuline spuiten. Ook slik ik medicatie tegen mijn depressies. Er komt dagelijks iemand van Omring bij me langs, zodat ik mijn medicatie niet vergeet. Eerder vergat ik het wel eens. Daar werd ik hartstikke ziek van.'
In gesprek
Doordat huishoudelijk hulp sinds een jaar wordt geïndiceerd door het wijkteam van Incluzio Hollands Kroon, ontmoette Jeannette wijkteammedewerker Miranda. 'Ze vroeg de ondersteuning voor me aan. Daarnaast ging ze met me in gesprek over hoe ik me voel. Met GGZ en Omring spraken we af dat Miranda een keer per week bij me langskomt. Tijdens die bezoekjes bespreken we de dingen waarover ik pieker. Miranda houdt me in de gaten. Als het niet goed met me gaat, belt ze de GGZ. Daarnaast helpt ze me met ingewikkelde poststukken. Omdat ik veel alleen ben en eigenlijk 24-uurs zorg nodig heb, stelde ze voor om te verhuizen naar een appartement in een verzorgingshuis, dichter bij mijn werk op het Noorderkwartier (de sociale werkplaats, red.). Ik heb daar meer gelijkgestemden om me heen en kan er deelnemen aan diverse activiteiten. Samen bezochten we de locatie en regelden we mijn inschrijving.'
Coronacrisis
En toen was daar de coronacrisis. 'Opeens mocht ik niet meer naar mijn werk. Als diabeet loop ik een te groot risico in groepen. De meiden van Omring, mijn begeleider van GGZ en Miranda mochten niet meer aan huis komen. Paniek natuurlijk. Ik dacht: 'Ojee, dat komt niet goed met mijn medicatie.' Bij Omring pikten ze dit op en na vijf dagen stonden ze weer op de stoep. Uiteraard met inachtneming van de RIVM-richtlijnen.Ook haar contact met Miranda kreeg een andere vorm. 'Ze belt me nu. Twee of drie keer per week. Aanvankelijk vond ik het heel vervelend om haar niet meer te zien, maar eigenlijk heb ik nu meer contact met haar dan voorheen. Mijn huishoudelijke hulp komt op maandag en donderdag. Op de andere dagen word ik gebeld door Miranda, mijn begeleider van GGZ of door mijn werkbegeleider. Zo heb ik iedere dag contact met iemand. Dat vind ik heel fijn. Ik kan 's morgens soms heel depressief wakker worden. Als ik weet dat er later die ochtend iemand belt, heb ik iets om naar uit te kijken.'
Gelukkig op dezelfde manier als voorheen
Door de dreiging van het coronavirus vindt Jeannette het eng om naar buiten te gaan. 'De mensen zijn anders. De sfeer is onprettig. Ik raak daarvan in paniek. Mijn begeleiders heb ik nu meer dan eens nodig. Miranda begeleidt me gelukkig op dezelfde manier als voorheen. Ze vraagt of ik nog belangrijke papieren heb liggen. Daarnaast praten we over mijn angsten. Ze stimuleert me om naar buiten te gaan, maar ik durf mijn balkon niet op. Ik denk dan dat iedereen me ziet zitten, terwijl dat niet mag.Miranda overtuigt me uiteindelijk om in ieder geval even de balkondeuren open te zetten, zodat ik wat zon en geluiden van buiten opvang. Samen zoeken we naar activiteiten waarmee ik mijn middagen kan vullen. Vaak zit ik te kleuren, maar geregeld kan ik me nergens toe zetten. Miranda veroordeelt me hier niet over. Ze probeert me juist keer op keer te bemoedigen. Ik voel dat ze me begrijpt en dat is heel fijn. Gek genoeg zie ik nu eigenlijk op tegen het einde van deze crisis. Ik krijg nu dagelijks ondersteuning. Dat zal straks weer veranderen.'